[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Latijn), groot goed. Afdoend heil- en geneesmiddel, bv. tegen vallende ziekte. Ook, benaming van een aardappelsoort, te Hallum gekweekt, ook Hallumer gele genoemd, of manke boonen; ook als Daber Magnum Bonum bekend. Gevonden op https://dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0017.php